Lichaamsgerichte regulatie in de behandelkamer

Inhoud 

Regulatie is een van de pijlers van Sensorimotor Psychotherapie (SP). Volgens het theoretische kader van de SP gaan we in de inleiding in op de samenwerking van het zenuwstelsel en het brein en hoe regulatie kan bijdragen aan het terugschakelen als het brein vanuit de evolutie niet uit zichzelf terug schakelt naar ontspanning. Tijdens de evolutie is opbouw naar de grote hersenen wel goed aangelegd. Andersom is de bedrading minder goed aangelegd. Zo kunnen we snel reageren op gevaar. Het terugschakelen naar ontspanning gaat niet altijd vanzelf. Zo kunnen mensen onnodig lang in overlevingsmechanismen verblijven. Met regulatie kalmeert het autonome zenuwstelsel waardoor de executieve functies van de frontale cortex weer aanwezig zijn.

Na de theorie ga je aan de hand van een zevental regulatie oefeningen zelf ervaren wat het effect kan zijn van eenvoudige korte oefeningen. Dit zelf ervaren is belangrijk om te begrijpen hoe regulatie in elkaar zit en wat korte, eenvoudige oefeningen kunnen betekenen in de behandelkamer. Om een regulatie oefening succesvol uit te voeren zijn er een aantal randvoorwaarden die op deze dag aanbod komen. Dit gaan we oefenen zodat je naar huis gaat met een aantal nieuwe vaardigheden die u kan inzetten bij patiënten die last hebben van stress, spanning, angst voor de behandeling, hevige emoties of getriggerd raken.

Regulatie wordt binnen SP gebruikt om iemand genoeg aanwezig te houden om trauma of  vroeg trauma te verwerken. Door het verwerken van (vroeg) trauma kunnen mensen zich weer beter reguleren. Er ontstaat een positieve cirkel waardoor mensen de oorspronkelijke regie weer terugkrijgen over het autonome zenuwstelsel en emoties.

Nu is het zo dat een ziekenhuis, behandeling die fysieke aanraking vereist, of een behandeltafel een trigger kunnen zijn, zonder dat u hier iets aan kan doen. De trigger uit het verleden komt in het heden, de behandeling in. Regulatie helpt de patiënt meer in het hier en nu te blijven. Hier en nu is er geen trigger. Als de patiënt zich dat realiseert, kan de behandeling mogelijk doorgang vinden en sneller en prettiger verlopen. De oefening kost enkele minuten. In een korte behandeling is dat veel tijd. Een derde voordeel van een korte oefening is dat je client zich gezien en gehoord voelt en veiliger in de behandelkamer. Er is meer rust in de behandeling.

 

Doelstellingen

Na afloop van de cursus:

●      Kent de cursist de drie stadia van de polyvagaal theorie en kan de drie stadia herkennen aan gedrag, woorden, houding, sensaties en spierspanning van de patiënt

●      De cursist weet het verschil tussen trauma en vroeg trauma en hun uitingsvormen

●      De cursist kan kort uitleg geven (psycho educatie) geven als een regulatie oefening mogelijk het zenuwstelsel van de patiënt gerust kan stellen op een manier die voor hulpverlener en patiënt veilig/acceptabel is

●      De cursist doet alleen een regulatie oefening met de patiënt als er een duidelijke ‘ja’ is uitgesproken door de patiënt (informed consent)

●      De cursist weet welke oefeningen helpen bij over- en onderspanning

●      De cursist weet welke eenvoudige hulpmiddelen een patiënt meer kunnen laten ontspannen

●      De cursist kan via een eenvoudige manier een voor en nameting doen zodat de patiënt door de meting een bevestiging krijgt van het meer ontspannen gevoel (SUD meting)

 

Leerdoelen

1. Kennis van de polyvagaal theorie, gerelateerd aan , autonome, fysieke en emotionele reacties. En waarom, wanneer en hoe het aanbieden van regulatie oefening een ondersteuning kan vormen in een een korte behandeling
2. Regulatie oefeningen over- en onderspanning zelf ervaren en kijken met welke oefeningen u zelf wil oefenen. En welke voor jou in de praktijk van toepassing zouden kunnen zijn
3. Tracking: Wat neem ik waar? Is dit over- of onderspanning? Dit kunnen uitleggen aan de client, en hoe dit tijdens deze behandeling zou kunnen helpen.
4. De 60-40 regel zelf toe kunnen passen op werk (en privé) en dit uit kunnen leggen aan de client voor regulatie tijdens de behandeling
5. De  SUD van de (onder)spanning kunnen ‘meten’, zodat de client ziet wat de oefening doet
6. Zelfregulatie kunnen toepassen en de 60-40 regel kunnen toepassen in eigen werk ter bescherming van eigen energie,  en voorkoming van burnout.
7. Psychoeducatie
8. Informed consent hebben voor je met de oefening begint.

Wijze van kennisoverdracht

Via powerpoint, korte videofragmenten, centrale oefeningen en oefeningen in twee en drietallen wordt de theorie direct ervaren in de praktijk. Dit herhaalt zich per onderdeel zodat de gehele dag een duidelijke opbouw heeft en vanuit de logica een bedding geeft voor praktisch werken. Zelf ervaren is een must voordat je met clienten gaat werken met zelfregulatie. Door de ervaring zijn de oefeningen ook eenvoudiger uit te leggen aan een patiënt. Uitleg en wat te verwachten bij het doen van de oefening om stress, of angst, krijgt de client een idee van wat er komen gaat en kan beter luisteren.

  

Wijze van toetsing

Door de actieve vorm van de nascholing zijn er door de dag integratie momenten. Vragen van de cursisten worden in de context van de dag geplaatst.

Aan het einde van de dag krijgt de cursist een eindtoets die beoordeeld wordt door de docent.