Leerstoornissen met comorbide problematiek zoals adhd, autisme, angst en trauma

Inhoud 

Deze cursus is geschikt voor hulpverleners die te maken hebben met cliënten met hardnekkige leerproblemen zoals dyslexie of dyscalculie zijn diagnostiek- en behandelprotocollen beschikbaar. Deze protocollen bieden richtlijnen voor enkelvoudige problematiek. Bij een groot deel van de cliënten staan leerproblemen echter niet op zichzelf. Bij hen is sprake van verweven psychische problematiek, zoals bijvoorbeeld (faal)angst, somberheid, laag zelfbeeld, ad(h)d, autisme, hechtingsproblemen of trauma. Voor goede diagnostiek en behandeling bij deze complexe leerproblematiek zijn specifieke kennis en vaardigheden vereist. 

In deze vierdaagse cursus (24 uur) leren cursisten, vanuit systemisch perspectief, juist deze complexe problematiek te omarmen. Cursisten leren klinisch te redeneren vanuit een geïntegreerde visie op leerstoornissen en comorbide problemen (het klinisch denkmodel gebaseerd op het multiple deficit model). Daarnaast leren ze hun handelen te onderbouwen op basis van verschillende theoretische invalshoeken, waaronder stressmodellen, de leertheorie en de neuropsychologie. De invalshoeken, in de cursus brillen genoemd, liggen op verschillende niveaus van het klinisch denkmodel: het beschrijvende gedragsniveau, en onderliggende kindgebonden en omgevingsgebonden risicofactoren. De brillen geven inzicht in het individuele ontwikkelingspad dat achter het complexe mengbeeld schuilgaat. Dit maakt dat cursisten beredeneerd kunnen afwijken van de bestaande protocollen voor de diagnostiek en behandeling van jeugdigen met ernstige en hardnekkige leerproblemen. 

 Doelstellingen

Na afloop van de cursus: 

1.     Hebben cursisten kennis van en inzicht in de theoretische achtergrond van leer- en ontwikkelingsstoornissen en comorbiditeit (Multiple deficit model van Pennington). 

2.     Voelen cursisten zich comfortabel en hebben zij de vaardigheden om bij diagnostische trajecten breed te kijken (uitzoomen) naar het kind/jeugdige en diens systeem.

3.     Zijn cursisten, op gedragsniveau en op het niveau van risicofactoren, vaardig in het inzoomen op aspecten van de verweven problematiek op basis van acht verschillende invalshoeken (brillen).  

4.     Kunnen cursisten beredeneerde keuzes maken tussen verschillende aangrijpingspunten in de behandeling van leerstoornissen met verwerven comorbide problematiek. 

5.     Kunnen cursisten inschatten of aanvullende diagnostiek en/of behandeling op de comorbide problematiek wenselijk is (uitvoeren of doorverwijzen).

6.     Zijn cursisten vaardig in het toepassen van systemische gesprekstechnieken, om in gesprekken met meerdere betrokkenen de verschillende perspectieven te valideren.

 Wijze van kennisoverdracht

Er wordt gebruik gemaakt van de volgende werkvormen: powerpoint-presentaties, modeling/rollenspellen, (video)demonstraties en praktische oefeningen, veelal met casuïstiek.