Inleiding in de metacognitieve therapie met aandacht voor kind en jeugd

In de behandeling van de gegeneraliseerde angststoornis (GAS) wordt cognitieve gedragstherapie (CGT) vaak nog als belangrijkste evidence-based behandeling gezien, ondanks dat er een groep is die hier onvoldoende van profiteert en de kans op terugval redelijk groot is. Diverse recente onderzoeken tonen aan dat metacognitieve therapie (MCT) effectiever lijkt te zijn dan CGT wanneer sprake is van een GAS, zowel bij volwassenen als kinderen, en dat de kans op terugval kleiner lijkt.

Nadat duidelijk werd hoe positief de effecten van MCT zijn bij de behandeling van een GAS, zijn er ook metacognitieve modellen ontwikkeld voor andere classificaties, waaronder sociale angst, PTSS, OCD, depressie, borderline en psychose. Met name MCT bij OCD en depressie wordt steeds meer onderzocht, waarbij de onderzoeken positieve behandelresultaten laten zien (soms positiever dan CGT) en de kans op terugval kleiner lijkt.

In deze inleidende cursus leert de cursist over metacognitieve therapie en het verschil met CGT en wordt geoefend met verschillende MCT-technieken. Na afloop weet de cursist hoe hij een goede casusconceptualisatie kan opstellen bij cliënten waarbij sprake is van een GAS, OCD of depressie en hoe hij deze cliënten middels MCT zou kunnen behandelen.

De cursus bestaat in totaal uit twee dagen. De eerste dag wordt gestart met een theoretisch deel waarin de cursisten leren wat metacognitieve therapie inhoudt, wat de behandeleffecten zijn en wat het verschil is met cognitieve gedragstherapie. In de middag wordt meer uitleg gegeven over MCT bij GAS, waarbij de cursist leert een goede casusconceptualisatie op te stellen en waarbij geoefend wordt met verschillende MCT-technieken. De tweede dag zal gericht zijn op de behandeling van OCD en depressie middels MCT middels het leren opstellen van een casusconceptualisatie en het oefenen met verschillende technieken.